Nationaal Brandweer Documentatiecentrum (NBDC) wordt Korpora
Het Nationaal Brandweer Documentatiecentrum verzamelt al jarenlang documentatie op het gebied van de geschiedenis van de…
Tot ver in de jaren zeventig van de vorige eeuw was in vrijwel alle huishoudens een mattenklopper aanwezig. Sommigen zullen er ergens nog wel een hebben liggen en een enkeling maakt er waarschijnlijk nog gebruik van, maar hoewel mattenkloppers nog altijd te koop zijn verruilden de meeste mensen deze inmiddels voor een stofzuiger.
Toen de mattenklopper nog volop in Nederlandse huishoudens in gebruik was maakte deze heel wat los. Niet alleen omdat ze ook werden gebruikt of misbruikt om een flink ‘pak op de billen’ mee te geven, maar vooral omdat er overlast mee veroorzaakt werd, waarvoor de uitdrukking ‘kleedjes kloppen’ in zwang raakte.
Uit onderzoek naar aanleiding van de verwerving van een fraai en interessant schilderijtje dat kleedjes kloppen als thema heeft, komt naar voren dat deze huishoudelijke activiteit de gemoederen vanaf grofweg het laatste decennium van de negentiende eeuw tot het derde kwart van de twintigste eeuw flink bezighield.
Hoewel de geschiedenis van de mattenklopper veel verder teruggaat, kwamen er eind negentiende eeuw steeds meer klachten over het buitenshuis, in de deuropening, voor de deur, aan de weg, uit het raam enzovoorts, uitkloppen van matten, kleden, kleedjes en dergelijke. Vooral in steden rezen bezwaren tegen het geluid dat het ‘kleedjes kloppen’ op bepaalde tijden veroorzaakte, het vuil dat in voorkomende gevallen letterlijk in de nek van voetgangers terechtkwam en gezondheidsrisico’s.
Handhaving was gewenst en uiteindelijk werd in menige gemeentelijke politieverordening bepaald dat het kleedjes kloppen alleen op vastgestelde tijden mocht. Omdat dit op gemeentelijk niveau werd geregeld is moeilijk na te gaan waar de oorsprong van deze verordening ligt en uit welk jaar deze dateert. Maar hoogstwaarschijnlijk betreft het een grote stad en moet het rond 1890 zijn geweest aangezien de uitdrukking, voor zover bekend, voor het eerst in 1891 in een Nederlandse krant voorkomt. Zoveel is zeker dat veel gemeentes de verordening overnamen.
In de Algemeene politieverordening uit 1902 van Den Haag staat over dit onderwerp:
Het is verboden voorwerpen uit te slaan, uit te kloppen, of uit te borstelen:
In Amsterdam werden datzelfde jaar in de plaatselijke politieverordening de tijdstippen ‘tusschen 5 en 8 uur ’s morgens of tusschen 10 of 11 des voormiddags’ vastgesteld waarop ‘kleedjes’ mochten worden uitgeklopt.
Gelet op de verschillende tijdstippen lijkt het bij de eerste verordening vooral te doen te zijn geweest om geluidoverlast en bij de tweede om het vuil dat uit de kleedjes kwam en neerdwarrelde op passanten die op weg waren naar hun werk.
Overigens betekenden de verordeningen niet dat overtreding daarvan ook overal meteen strafbaar werd. Zo was daar in Den Haag pas sprake van in 1921. Dit gebeurde op advies van de Gezondheidsraad. Al in 1906 meldde het Algemeen Handelsblad dat de Gezondheidscommissie te Amsterdam onder J. Kruseman zelfs het kloppen van kleedjes op de ‘achter veranda’s’ bestudeerde met het oog op de invoering van verordeningen waarop straffen zouden staan.
En de straffen die werden uitgedeeld waren niet echt mals voor iedereen. Zo kreeg ene J.K. te Hilversum in 1895 f 0,50 boete of 1 dag celstraf ‘Wegens ’s middags na twaalf uur kleedjes kloppen’. Hierbij moet worden bedacht dat rond die tijd 77 % van alle arbeiders jaarlijks minder dan f 1500 verdiende. Ruim 38 % daarvan had een jaarlijks inkomen van f 6oo à f 800; 18 %, een inkomen van f 800 à 1000; terwijl slechts 19.8 % een inkomen van f 1000 à 1500 genoot. De laagstbetaalden verdienden dus nog geen 15 gulden per week, dus dan was f 0,50 serieus geld.
Vandaar waarschijnlijk dat ‘De juffrouw uit de Wyttenbachstraat’ te Amsterdam in 1912 een poging waagde om een politieagent om te kopen die haar wilde bekeuren voor ‘kloppen van kleedjes’. Maar dit kwam haar duur te staan want de agent bleek niet omkoopbaar te zijn, waarna ze uiteindelijk door de rechtbank werd veroordeeld tot 5 gulden boete of 10 dagen gevangenisstraf. Het dubbele was geëist!
Het kleedjes kloppen in Nederland leidde ook tot verschillenden opmerkelijke voorvallen. Zo werd in 1911 te Amsterdam een ongeveer veertienjarig meisje door een politieagent op de bon geslingerd wegens het kloppen van kleedjes buiten de daarvoor vastgestelde tijd. Het meisje was hiervan dermate onder de indruk dat zij plotseling flauwviel. Van alle kanten schoten vervolgens buurvrouwen toe die de agent met niet al te vriendelijke blikken aankeken. Toen vervolgens een van de vrouwen bij het zien van het lijkbleke meisje ook flauwviel werd de houding van de overige vrouwen zo dreigend dat politieagent zijn hielen maar beter kon lichten.
Van een heel andere orde maar wel het vermelden waard, is wat zich in 1903, eveneens in Amsterdam, afspeelde rond het kleedjes kloppen, waar uiteindelijk ook de politie bij kwam kijken. In de morgen van 15 augustus bewoog de ‘beroemde actrice’ mevrouw Theo Mann-Bouwmeester (1850-1939) zich in haar sierlijke peignoir in haar huis aan de Leidsekade, terwijl ‘de meid’ in de portiek bezig was met het ‘kloppen van kleedjes’. Terwijl ‘de meid’ even afwezig was kwam een achttienjarige jongen de portiek binnen en nam enkele kleedjes weg, waarmee hij naar een opkoper ging. Daar werd hij echter gepakt en uiteindelijk werden twee maanden gevangenisstraf tegen hem geëist.
Gelet op de maatschappelijke betekenis van het kleedjes kloppen is het niet zo verwonderlijk dat (vermoedelijk) de kunstenaar Petrus Wilhelmus Derksen (1884-1964), een (reclame)schilder, dit onderwerp koos als onderwerp voor het onlangs door Korpora aangekochte schilderij.
Wanneer hij dit precies deed is onbekend, maar na enig speurwerk blijkt dat Derksen zich voor dit werk liet inspireren door twee foto’s afkomstig uit De stad Amsterdam. Geïllustreerd weekblad uit 1934, die hiervoor, boven de foto van het schilderij met lijst, zijn afgebeeld. Hij combineerde deze beelden in zijn schilderij.
De compositie van Derksen sprak kennelijk tot de verbeelding want in de collectie van Korpora was al een amateuristischer werk met dezelfde voorstelling aanwezig voorzien van het signatuur ‘Derksen’, hoogstwaarschijnlijk een kopie. Van deze ‘kopieën’ zijn meerdere exemplaren in omloop in een witte lijst, wat erop wijst dat het onderwerp in een bepaalde periode zeer actueel was en tot de verbeelding sprak. De ene keer zijn deze werken links gesigneerd en de andere keer rechts. Daarnaast is het signatuur bij wat hoogstwaarschijnlijk het oorspronkelijke werk is op een subtiele manier rechtsonder in de natte verf gekrast en dat bij de kopieën erop geschilderd.
Het schilderij met als onderwerp kleedjes kloppen van Derksen past uitstekend in de collectie van Korpora, dat de receptie van de publieke veiligheid door de eeuwen heen in onder meer de beeldende kunst tot haar verzamelgebieden rekent. Na een broodnodige en welverdiende schoonmaakbeurt zal het werk met zijn bijzondere voorstelling nog kleurrijker worden dan het al is en nog beter in de collectie van Korpora tot zijn recht komen. Het werk vormt een belangrijke aanvulling op de nationale collectie Nederlandse politie omdat hetgeen is verbeeld een curieus en groot maatschappelijk thema is uit de periode 1890-1975 en omdat schilderijen met de politie als onderwerp minder vaak voorkomen.
Reacties
Er zijn op dit moment nog geen goedgekeurde reacties.
Reageer
Heb je meer informatie of een opmerking over dit onderwerp? Reageer dan op deze blog! Je reactie verschijnt direct onder de blog en is voor iedereen zichtbaar. Korpora heeft het recht reacties te verwijderen, in te korten of anderszins aan te passen. Voorts zijn de algemene voorwaarden van toepassing.