Van schelmenromans tot games. De eeuwenoude fascinatie voor dieven

Als je erover nadenkt is het best apart dat ‘dieven’ een belangrijke plaats innemen in ons vermaak. In de eerste plaats natuurlijk in de vorm van boeken, strips en films en tevelevieseries, maar ook in spelletjes en games, en zelfs in kinderspeelgoed enzovoort. Waar komt deze fascinatie voor dieven vandaan en hoe kreeg deze vorm?

Friese wandtegel met als voorstelling de uitvoering van de doodstraf door middel van de galg, circa 1700. Inv.nr. 00023034

 

Antwoorden op deze vragen werden onder meer gevonden in het interessante, bijna honderd jaar oude, artikel ‘Dieven-waardering in de Literatuur’ van de hand van Piet Visser, in 1932 gepubliceerd in De Tijd. Godsdienstig-staatkundig dagblad. Hierin komt ook het uit het Duits vertaalde boek Omstandig en waaragtig verhaal van veele gepleegde en nooit gehoorde diefstallen: … uit 1710 van Sigismund Hosmann (1660-1701) aan bod. In de collectie van Korpora bevindt zich een exemplaar van dit curieuze werk als onderdeel van de voormalige (Vak)bibliotheek Gemeentepolitie Amsterdam, later Mediatheek Politie Amsterdam-Amstelland. De aanwezigheid van dit boek en een onderzoek daarnaar, vormden de aanleiding voor deze bijdrage.

Titelpagina met frontispice (links) van de Nederlandse vertaling van het bewuste boek van Sigismund Hosmann (1660-1701). Op het frontispice zijn van linksboven met de klok mee de diefstal, het verdelen van de buit, de gevangenneming en de bestraffing verbeeld. Inv.nr. D13119

Dieven zijn al zo oud als de mensheid en hun aanwezigheid in de maatschappij maakte het zelfs noodzakelijk dat hier tegen opgetreden werd. Ondanks de inspanningen van politie en justitie en de voorlopers daarvan, is menig dief altijd gewoon zijn ‘werk’ blijven doen en zijn er steeds weer nieuwe opgestaan, en dat zal altijd wel zo blijven.

Politie en justitie zullen, indien zij de wetsovertreder in zijn of haar kraag vatten indien mogelijk veroordelen en straffen. Hoe verder we teruggaan in de tijd hoe groter de kans dat inderdaad veroordeling en bestraffing plaatsvond, en hoe zwaarder de straf was. De toeziende burgers, dat wil zeggen zij die niet direct getroffen zijn door de misdaad, oordelen op verschillende manieren. Is de misdaad gestraft, dan is het gevoel van maatschappelijke veiligheid vaak teruggekeerd, de misdaad is ‘gewroken’.  En dan begint de andere kant van de maatschappelijke ‘waardering’. Leden van de maatschappij die zich veilig voelen gaan een ‘bespiegeling’ over de zaak houden, en terwijl ze zich aanvankelijk ergeren, gaan ze langzamerhand de goede kanten van de dief zien. Hierbij komt ook een zekere mate van humor om de hoek kijken; de listen van de dief worden afzonderlijk van de misdaad beoordeeld en het slagen daarvan toegejuicht. Mensen genieten stiekem innig van de schurkenstreken, en wanneer de dief uit de gevangenis weet te ontsnappen, wordt hem of haar de sluw veroverde vrijheid gegund. Er is, zonder dit te willen toegeven, respect voor deze sluwheid. Maar ook de nieuwsgierigheid naar het doen en laten van de dief dringt zich op. Mensen willen weten wát, maar vooral hoe de daad volbracht werd.

Een prentbriekaart met afbeeldingen van een boeiketting, handboeien, knevelketting en duimschroeven, circa 1900. Inv.nr. 00037355

Gebrek aan voldoende echte zaken tot sensatie en vaak ook verslaving, leidde geleidelijk aan tot het ontstaan van gefantaseerde verhalen over diefstal, de opsporing en overmeestering van de dieven, alsmede hun straf. Maar hoewel de straf een belangrijk onderdeel vormt van het proces, eindigt de belangstelling vaak bij de veroordeling als het gaat om een gevangenisstraf, want die wordt slechts beschouwd als een motief voor nieuwe spanning: de ontsnapping. Zo is een onmetelijke hoeveelheid literatuur ontstaan.

 

Een hand- en enkelboei, 1650-1750. Inv.nr. 0001431

 

Deze zogeheten schelmenromans zijn al zeer oud en waren naast de galante en erotische literatuur geliefde huislectuur, onder andere van Willem van Oranje, en een tijdlang het enige proza wat in de Nederlandse Republiek werd geschreven, de stichtelijke (en de onstichtelijke theologische twist-)lectuur uitgezonderd. De picareske (picaro = schelm) roman is, zoals wij die uit de zestiende en zeventiende eeuw kennen, van Spaanse oorsprong. Het is een verhaalgenre uit de zestiende en zeventiende eeuw uit de Spaanse literatuur (novela picaresca) met een bloeitijd tussen 1600 en 1630. Maar naast de Spanjaarden zelf smulde ook de Nederlandse burgerij in de zeventiende eeuw van boeken over Spaanse landlopers en weldra deed dit genre hier ook zijn intrede.

Dit zijn echter romans, fictie. Maar de lezer wilde ook over de actuele misdrijven lezen, en bij gebrek aan goede en snelle journalistiek werden de grote wereldgebeurtenissen, die later per krant en tegenwoordig via radio, televisie en sociale media tot ons komen, in het kort door de courantiers eens, later tweemaal per week bekendgemaakt, in liedjes bezongen en door reizigers verteld. Na verloop van enkele weken verschenen er pamfletten over, waarbij als het ernstige gevallen betrof het stadsbestuur zich het opstellen en het verspreiden van het verhaal voorbehield, zoals in 1584 in Delft het geval was na de moord op Willem van Oranje.

 

Later ontstonden waargebeurde uitgebreide verhalen in boekvorm. Het eerste voorbeeld daarvan is het aan het begin genoemde boek Omstandig en waaragtig verhaal van veele gepleegde en nooit gehoorde diefstallen: … uit 1710. De aanleiding voor het schrijven van dit boek door de Duitse dominee Hosmann, was de beruchte roof van de zogeheten ‘Goude Tafel, nevens veele hoog-gewaarde Oudheden en dierbare Sieraaden, van aloude tijden af in ’t Hooge Altaar van St. Michiels Kerke te Lunenburg geplaatst en bewaart’, zoals op de titelpagina vermeld staat. De Duitse titel van het boek, waarvan de eerste druk in 1700 verscheen, luidt: Fürtreffliches Denck-Mahl Der Göttlichen Regierung: Bewiesen an der uhralten höchst-berühmten Antiquität des Klosters zu S. Michaëlis in Lüneburg, der in dem hohen Altar daselbst gestandenen Güldenen Taffel, und andern Kostbarkeiten ; Wie der gerechte Gott Dero Räuber gantz wunderbarlich entdekket … ; Alles aus denen … IX. Voluminibus Actorum Der Grossen Inquisition, und andern gewissen Nachrichten, nach Historischem Ablauff des gantzen Processes, Zusammen getragen … und mit Kupfferstücken versehen. Voor zover bekend verschenen tot 1718 vijf oplagen van het boek.

Titelpagina en frontispice (links) van de eerste druk van de oorspronkelijke Duitse uitgave van het bewuste boek van Sigismund Hosmann. Bayerische Staatsbibliothek (Staatliche Bibliothek Regensburg)

In Duitsland was, ondanks de Reformatie en de Contrareformatie in de zestiende eeuw de Benediktijner St. Michaelskirche te Lüneburg in al haar schoonheid en rijkdom bewaard gebleven en, uiterlijk gezien ongeschonden, aan de protestanten overgedragen. Maar doordat de stad Lüneburg en langer het St. Michaels-Kloster weerstand boden tegen de hervormingen, had confiscatie van de gouden sieraden, die door Ernst I, Herzog zu Braunschweig-Lüneburg (1497-1546) systematisch bij kloosters werd uitgevoerd om de staatsfinanciën op orde te brengen, daar weinig succes. De Lüneburgers bewaarden hun kostbaar, met goud beslagen en met edelstenen versierd retabel van het hoogaltaar met trots. De retabel diende tevens als reliquiarium, en in de vakken stonden tal van reliekhouders, kelken, crucifixen, oude missalen in met goud en edelstenen versierde banden enzovoort.

Het gestolen reliquiarium zoals afgebeeld op een uitslaande gravure in de Nederlandse vertaling van het bewuste boek van Sigismund Hosmann. Inv.nr. D13119

 

In 1698 werden echter de meeste Lüneburgse kerkschatten geroofd door een dievenbende onder aanvoering van Nicolas List (1650-1699), genaamd Nickel List. In het Omstandig en waaragtig verhaal van veele gepleegde en nooit gehoorde diefstallen wordt deze roof uitgebreid beschreven en verbeeld en komt tevens de opsporing, het verhoor en de bestraffing van de dieven aan bod. Overigens kwam het reliquiarium terug, maar zonder de deuren. Van de kostbaarheden werd maar een klein deel teruggevonden. De dominee schreef het boek volgens eigen zeggen omdat hij door ‘zynen geestelyken arbeid omtrent de Veroordeelden – hij was in 1699 in de gevangenis de zielzorger van Nickel List – een ‘volkommener naricht [sic]’ kon geven dan wie ook. Daarnaast behandelde hij diefstallen ‘aan veele andere der voornaamste Kerken te Hamburg, Bronswyk [sic], enz. En een groot aantal Huisbraaken, listige en behendige ontsluiting van welgesloote Huizen en gewelfde Kelders, Allerwegen in Duitsland gepleegd’, zoals de titelpagina verder vermeldt.

Nicolas List, genaamd Nickel List (1650-1699), de leider van de dievenbende die het reliquiarium van Lüneburg roofde. Onder het portret staat: ‘Ik Nickel List, hier vals, als Jonker Mosel, Praal, | Mijn Romp verbrant, myn Kop pronkt op de hoogste Paal, | Want ‘k speelde d’hooft rol in het rott der Snootste guyten, | Tot dat de Beul, het Swaart, en ’t Vuur, myn grouwlen stuyten.’ Inv.nr. 13119

Door de uitgebreidheid en omslachtigheid van zijn verhaal van bijna 400 bladzijden (Nederlandse uitgave), biedt de dominee een goede kijk op de armoedige leefomstandigheden op het Duitse platteland aan het einde van de zeventiende eeuw, op de argeloosheid en de ruwheid van het plattelandsvolk en een scherp beeld van de rechtspleging in die tijd. De vonnissen waren streng: geradbraakt, de hoofden op een paal te kijk gezet, van de bendeleider het lichaam verbrand. Zelfs de hond van de bende werd opgehangen. Zo vormt dit boek naast de dievenromans een belangrijk document humain over het ‘Leben und Treiben’ van alledag, waartoe ook de misdaad als vanouds deel uitmaakt en zal blijven uitmaken.

Een uitslaande gravure in de Nederlandse vertaling van het bewuste boek van Sigismund Hosmann waarop te zien is hoe Nickel List en zijn roversbende is gestraft. Behalve van Nickel List zijn ook van al zijn bendeleden portretten in het boek opgenomen. Inv.nr. D13119