Van vlaggetje tot witte stok
De invoering van een herkenningsteken voor blinden in het verkeer in Nederland, 1924-1928 De blindenstok is…
Een initiatief van het Nederlandse Rode Kruis tijdens de Tweede Wereldoorlog
Als gevolg van de oorlog in Europa raakten in veel gevallen families en gezinnen ongewild uit elkaar en verloren kinderen vaak hun ouders door de ontstane oorlogschaos of in een erger geval door overlijden. Het Nederlandse Rode Kruis kwam vervolgens met een oplossing om verder oorlogsleed te voorkomen. Een klein kartonnen kaartje, waarop in inkt personalia werd geschreven, die vervolgens met een touwtje om de hals van een kind werd gehangen. Bij baby’s, die in het lusje verstrikt konden raken, werd dit aan een armpje of beentje vastgemaakt. Aan de hand van het kaartje kon zo gemakkelijk de herkomst van een kind worden bepaald, de ouders of familie worden opgespoord om zo uiteindelijk met het kind te worden herenigd.
In de collectie van Korpora bevinden zich een vijftal van deze uit 1943 beschreven en onbeschreven legitimatiebewijzen voor kinderen. Een daarvan is op naam van de 11 jarige Marinus Koopman en een andere op naam van de 9 jarige Josephus Nuijts. Daarnaast beschikt Korpora ook nog over drie aanvraagformulieren. Recent kon via internet het bijbehorende affiche worden aangekocht. In deze blog kun je lezen hoe het kinderlegitimatiebewijs in het door de Duitsers bezette Nederland werd geïntroduceerd, hoe je in bezit kwam van een dergelijk bewijs en enige opschudding die het in de pers heeft teweegbracht.
Begin januari 1943 vernam het Hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis van het Internationale Rode Kruis in Genève over de verstrekking van identiteitsbewijzen voor kinderen. Diverse landen, waaronder België en Denemarken, hadden namelijk initiatieven ondernomen om dergelijke kaartjes onder de bevolking te verspreiden. Twee belangrijke lessen uit het begin van de Tweede Wereldoorlog dienden daarbij als voorbeeld. Zo werd er gekeken naar het ‘kind van Abbeville’, een klein meisje dat bij het zware Duitse bombardement op het Noord Franse stadje Abbeville, dat op 19 en 20 mei 1940 plaatsvond, haar moeder verloor. Diverse oproepen in verschillende kranten leverden niets op. Hernieuwde oproepen drie jaar later gaven eveneens nul op het rekest. De moeder van het meisje werd niet gevonden. Een ander drama voltrok zich in een Haagse kraamkliniek gedurende de Meidagen van 1940 waar per abuis een baby was verwisseld. In een rechtszaak die kort daarna volgde eisten twee moeders het bezit op van het pasgeboren kindje.
Deze twee schrijnende voorbeelden en de eerdere invoering van kinderlegitimatiebewijzen in verschillende landen was voor het Nederlandse Rode Kruis genoeg reden om hiermee aan de slag te gaan. Een overleg met het Departement van Binnenlandse Zaken en de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters volgde. Vervolgens konden de kinderlegitimatiebewijzen begin december 1943 in Nederland worden ingevoerd. Overigens was het kaartje niet verplicht gesteld en geschiedde dit uitsluitend op aanvraag van de ouders.
In totaal kwamen 3 miljoen kinderen jonger dan 15 jaar in aanmerking voor een dergelijk kaartje. In verband met materiaalschaarste kon er niet voor een metalen uitvoering worden gekozen. De firma Joh. Enschede & Zn. uit Haarlem kwam hierop met een alternatief en vervaardigde een vierkant afgerond kaartje in een sterke witte nagenoeg vuurvaste kartonsoort voorzien van een perkamenten envelopje aan een 70 cm lang kunstzijden koordje. Eind 1944 kon een Nederlands bedrijf toch met veel moeite aan voldoende metaal komen om tegen een kleine vergoeding metalen plaatjes voor kinderen te maken. De gegevens werden, op het tweezijdig donker gefosfateerde metaal, in een onuitwisbare witte inkt aangebracht. Uit de overgebleven bronnen is niet naar voren gekomen of ouders hiervan in grote getalen gebruik hebben gemaakt. Zo is in het Haarlems Nieuwsblad van 20 juni 1945 in een terugblik op de oorlogsperiode te lezen, dat het Rode Kruis kinderen van legitimatiekaartjes voorzag. Geen woord wordt echter gerept over metalen exemplaren, waardoor in de voorgaande oorlogsjaren het kartonnen kaartje voornamelijk leidend is geweest.
Het model van het kartonnen kaartje was op het Deense kinderlegitimatiebewijs geënt. Op de voorkant was in rode letters ‘Kinderlegitimatiekaart’, ‘Prijs 10 cent’ en ‘Het Nederlandsche Roode Kruis’ gedrukt met daar tussenin een rood kruis. Aan de andere zijde werd in inkt de naam met voornamen, geboortedatum en het volledige adres van het kind geschreven. Vaak werd de voorzijde ook nog voorzien van een gemeentestempel. Het kaartje met envelop en koordje koste in totaal 10 cent. Ouders die dit niet konden betalen konden het kaartje kosteloos in hun bezit krijgen.
Tussen december 1943 en februari 1944 voerde het Nederlandse Rode Kruis een grootschalige campagne om het kinderlegitimatiebewijs landelijk te promoten. Dit gebeurde door middel van radio, filmjournaal, publicatie in lokale- en landelijke dagbladen en via aanplakbiljetten. Voorts werd nog aan hoofden van scholen om hun medewerking verzocht.
Schoolgaande kinderen ouder dan 6 jaar konden, na invulling van aanvraagformulieren en verdere verwerking door instanties, hun ingevulde legitimatiekaartjes tegen betaling op school via hun leraar ontvangen. In het belang van een spoedige uitreiking van de kaartjes werden in 1943 de aanvraagformulieren nog vóór de kerstvakantie uitgedeeld. Bij kinderen jonger dan 6 jaar, 50.000 in totaal, konden ouders via speciaal opgezette posten in een aantal scholen in de desbetreffende gemeenten een aanvraagformulier ophalen. De ingevulde formulieren, terug ingeleverd bij dezelfde posten, werden door het Rode Kruis verder verwerkt. De ouders ontvingen vervolgens via de post de door het Rode Kruis ingevulde kinderlegitimatiebewijzen.
Zoals eerder aangestipt kon het legitimatiekaartje voor 10 cent worden aangeschaft en werd aan ‘minvermogenden’ het kaartje verstrekt met opdruk ‘kosteloos’. Dit laatste zou begin 1944 aanleiding geven tot een kleine controverse in de Nederlandse pers. De problemen waren namelijk ontstaan omdat de Inspectie van de Bevolkingsregisters er vanuit was gegaan, op basis van de eerdere uitgifte van persoonsbewijzen waar ook exemplaren met ‘kosteloos’ werden bedrukt, dat slechts 50 % maar voor een kaartje zou willen betalen. In werkelijkheid wilde 90 % een dergelijk kinderlegitimatiebewijs tegen betaling aanschaffen. Deze vergissing van de Inspectie zorgde uiteindelijk voor een vertraging in de vervaardiging van de te maken kaartjes, waardoor de opdruk ‘kosteloos’ met ‘Prijs 10 cent’ moest worden overdrukt. Voorts reageerde De Goudsche Courant en het Nationale Dagblad, van respectievelijk 15 en 17 januari 1943, stekelig op de in hun ogen ontstane ongelijkheid, waarin vervolgens weer in een andere krant werd verwezen naar het vooroorlogse rijwielplaatje waarin voor steuntrekkers een gaatje was geponst. Kortom, voor sommigen een storm in een glas water en voor anderen een pijnlijke verwijzing van stigmatisering tussen ‘arm en rijk’ naar het recente verleden van vóór 10 mei 1940. Het Rode Kruis reageerde schriftelijk op beide dagbladen met de volgende openingszin: ‘Tant de bruit pour une Omelette!’ Verder gaf het Rode Kruis aan dat op persoonsbewijzen ook de aanduiding ‘Kosteloos’ was aangebracht en rondde vervolgens af met de reactie ‘nog een klein stootje af en toe van de heeren van de pers en de campagne is geslaagd’.
Hoe het ook zij had het Nederlandse Rode Kruis, ondanks de vergissing van de Inspectie, de benaming ‘kosteloos’ op het kinderlegitimatiebewijs beter achterwege kunnen laten. Desalniettemin moet vooral niet worden vergeten dat het Nederlandse Rode Kruis met het initiatief om kinderlegitimatiebewijzen in te voeren een hoop oorlogsleed in de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog heeft weten te voorkomen.
Reacties
Er zijn op dit moment nog geen goedgekeurde reacties.
Reageer
Heb je meer informatie of een opmerking over dit onderwerp? Reageer dan op deze blog! Je reactie verschijnt direct onder de blog en is voor iedereen zichtbaar. Korpora heeft het recht reacties te verwijderen, in te korten of anderszins aan te passen. Voorts zijn de algemene voorwaarden van toepassing.