Plateau 1 : De alarmmelder nummer 30 van de Rotterdamse politie uit 1937
Op 15 december 1937 nam het Rotterdamse politiekorps een nieuwe telefooncentrale in gebruik in het Centraal Bureau (hoofdbureau van politie). Deze centrale was ook verbonden met de kort daarvoor in alle wijken van de stad geplaatste 76 alarmmelders. De alarmmelders 1 tot en met 60 waren geplaatst in de wijken op de rechter Maasoever. De rest stond op de linker Maasoever.
De alarmmelder was een ijzeren telefoonzuil met een lamp er bovenop. Om valse meldingen door burgers te voorkomen, kon het deurtje van de telefoonkast alleen met een sleutel geopend worden door politiepersoneel. Elke politieman moest de sleutel en een lijstje van de alarmmelders in zijn stratenboekje bij zich hebben, zodat hij in geval van nood snel naar het hoofdbureau kon bellen om assistentie te vragen.
Doel van de alarmmelders was het mogelijk maken van een nauwer contact tussen de surveillerende politiemannen en het Centraal Bureau, de afdelingsbureaus en de politieposthuizen. De straatagenten konden via de alarmmelders en telefooncentrale noodmeldingen van burgers doorgeven en de brandweer en GGD laten oproepen.
Brandde de lamp bovenop de zuil, dan moest de passerende agent het bureau bellen omdat er een dringend bericht voor hem was.
De brandende lamp op de alarmmelders fungeerde echter ook als controlemiddel. Zo konden de brigadiers van de interne Centrale Controledienst controleren of de agenten van de voet- en fietssurveillance hun bewakingsronde volgens het voorgeschreven tijdschema aflegden.
Plateau 2 : Personenidentificatiekit van het “Photo-Fit”-systeem, gebruikt als leermiddel aan de Rechercheschool te Zutphen
Personenidentificatiekit, bestaande uit een fotocompositiekoffer met inhoud. Deze inhoud bestaat uit fotostroken voor het samenstellen van mannen- en vrouwengezichten ‘en face’.
Het “Photo-Fit”-systeem, ook “Penry Facial Identification Technique” verscheen in 1972 en werd ontwikkeld door Jacques Penry. Het systeem bestaat uit een koffer met honderden fotostroken van gezichtsdelen. Uit de stukjes van foto’s van bestaande personen stellen rechercheurs een compositiefoto samen. Bijzondere details zoals littekens kunnen op de compositiefoto ingetekend worden
Plateau 3 : Reconstructie van het hoofd van een dode jongen vervaardigd door C.J. van Ledden Hulsebosch in 1929
Lees het verhaal van het Kinselmeerse kinderlijkje op de presentatiezuil bij het plateau
Plateau 4 : U.L.M. Sparta type sportmotorfiets van de Rijkspolitie
Ultralicht motorrijwiel U.L.M. Sparta type sportmotorfiets (kenteken XE-90-99), gebruikt door de rijkspolitie. De U.L.M.’s werden in 1969 in gebruik genomen en vooral ingezet voor surveillances op het platteland. Bij de U.L.M.’s behoorde een stel leren tassen met verkeersmateriaal, onder meer handschijnwerpers met voorzetlenzen, een kleine verbanddoos, een opvouwbare waarschuwingsdriehoek en een wegkrijtje. In 1970 waren er bij de rijkspolitie 1728 van deze ‘opgevoerde brommers’ in gebruik.