Donkerblauwe, double-breasted tuniek met hoge boord, gemaakt van lakenstof, van 1844 tot 1861 behorend tot de uitrusting van de Gemeentepolitie Amsterdam

Het uniform met hoge hoed werd in 1844 ingevoerd onder korpschef- toen nog directeur van politie genoemd- Hendrik Provo Kluit, en was gebaseerd op het uniform van de Metropolitan Police in Londen. De 72 dienaren van politie in Amsterdam kregen vanwege de hoed met koperen sierplaat de bijnaam “koperslagers”. Vóór 1844 droegen zij een soort “uniform” van burgerkleding, met een zwarte slipjas (frak) en zwarte steek

De tuniek behoorde in diensttijd waarschijnlijk aan agent Veldhuis.