Henry Dunant is de grondlegger van het internationale Rode Kruis dat min of meer in 1863 zijn beslag heeft gekregen. De aanleiding hiervoor was onder andere zijn bezoek aan het slagveld bij Solferino in 1859, dat bezaaid lag met tienduizenden lijdende gewonden die geholpen moesten worden. Dunant pleitte voor een neutrale hulpverlening aan oorlogsgewonden, zieken en bescherming van hulpverleners en burgers door de strijdende partijen. Dit alles doormiddel van een internationaal erkend, kenmerkend universeel onderscheidingsteken, te weten een vlag met een rood kruis op een witte achtergrond, en vastgelegde regelgeving via de Conventie van Genève. Legerarts Johan Basting, bewonderaar van Dunant, legde de basis voor het Nederlandse Rode Kruis, dat in 1867 door Koning Willem III middels een Koninklijk Besluit werd bekrachtigd. Het eerste wapenfeit van het Nederlandse Rode kruis is de geboden hulp tijdens de Frans-Duitse oorlog met tien ambulances (veldhospitalen). Vanaf die tijd tot aan 1945 heeft het Rode Kruis hoofdzakelijk (materiële, financiële en geneeskundige) hulpverlening geboden tijdens oorlogen, inclusief hulp aan krijgsgevangenen, vluchtelingen en bij natuurgeweld en epidemieën.
In 1908 benoemde Koningin Wilhelmina haar man prins Hendrik tot voorzitter van het hoofdcomité van het Nederlandse Rode Kruis. De organisatie bestond in 1927 uit 35 afdelingen, verdeeld over 85 Nederlandse steden, inclusief Curaçao en Nederlands-Indië. Daarnaast had het Rode Kruis ook nog de beschikking over 36 transportcolonnes. In 1915 vindt er een reorganisatie plaats waarbij het Rode kruis in tijden van oorlog direct onder de Militair Geneeskundige Dienst komt te vallen.
Vanaf 1945 kwam hier langzamerhand verandering in, voornamelijk ingegeven door de hulp aan de bevolking in Indonesië. De aandacht verschoof hoofdzakelijk naar de hulp van burgers in nood. Een goed voorbeeld hiervan is de watersnoodramp van 1953, waarbij 1850 slachtoffers zijn te betreuren en het Rode Kruis massaal bij is ingezet. Het Rode Kruis kreeg er een veelvoud aan taken en onderdelen bij, met name op sociaal maatschappelijk gebied, waaronder een trombosedienst, gehandicaptenzorg en een zuigelingencentrale. Zo werd vanaf 1959 het schip ‘Henry Dunant’ in de vaart gebracht om zieken en gehandicapten een fijne vakantie te bezorgen.
Door de komst van de televisie werden ook hulpacties op touw gezet en veel geld opgehaald voor rampen in het buitenland. De eerste grote hulpactie is die in 1984 voor de hongerbestrijding in Afrika. Daarnaast groeide ook de internationale samenwerking van Rode Kruisverenigingen. Door toegenomen vrije tijd en welvaart zochten mensen ontspanning bij elkaar. Duizenden Rode Kruisvrijwilligers verlenen hulp bij evenementen en festivals, denk daarbij aan Pinkpop en de Nijmeegse Vierdaagse. In 2011 is op initiatief van het Rode Kruis het Prinses Margriet Fonds opgericht. Dit fonds geeft financiële steun aan innovatieve projecten die gericht zijn op duurzame voorbereiding op rampen. Zo kan het Rode Kruis preventief anticiperen bij natuurgeweld en direct in actie komen.
Via acties als 3FM Serious Request en vloggers die in het rampgebied van Nepal verslag doen worden jongeren geïnteresseerd gemaakt om geld te doneren. Door het aantrekken van jongeren als nieuwe doelgroep middels sociale media komt de organisatie in een modern vaarwater terecht. Jongeren worden via sociale media gevraagd om te helpen bij een crisis (Ready2Help). Zij willen geen vaste verbinding met een organisatie als het Rode Kruis, maar vormen zo wel een groot arsenaal aan waardevolle inzetbare flexibele vrijwilligers.