Het zijn vaak de vrijwilligers, die bijvoorbeeld bij de politie of brandweer hebben gewerkt, die zo’n object direct herkennen. Het afgebeelde bakje werd dan meteen herkend door onze vrijwilliger Carel die bij de Rijkspolitie te water heeft gediend.
Dit metalen bakje is namelijk een aalbakje of palingbakje.
Dit instrument werd rond 1950 gebruikt voor de controle op de wettelijke eisen van gevangen vis. Omdat een aal nogal glad is, kan de minimaal toegestane lengte moeilijk gemeten worden. Andere vissen kunnen makkelijker langs een meetlat worden gelegd. Voor het meten van paling is daarom een apart bakje ontwikkeld. De lengte van het aalbakje komt overeen met de minimaal toegestane lengte van paling, te weten 28 cm in de binnenwateren.
Voor andere vissen golden weer andere lengtes en waren andere meetinstrumenten beschikbaar.
Dit meetinstrument werd bij de visserijcontrole voor het meten van de lengte van een snoekbaars gebruikt. Het instrument kan ook voor andere vissoorten worden gebruikt. Deze soorten staan op het instrument aangegeven.
Het meten van een snoekbaars.
Controle van de vis door de Rijkspolitie te water op een vissersboot
Met een ander speciaal instrument kon de maaswijdte van visnetten worden gemeten. Dit meetinstrument behoorde tot de standaarduitrusting van de Rijkspolitie te water.