De collectie (bestaande uit uniformen en hoofddeksels) die het toenmalige politiemuseum te Apeldoorn in 1993 verwierf was afkomstig van de Britse oud-politieman tevens IPA-lid (International Police Association, opgericht in Engeland in 1950) Major Horace (Ross) Simms (1931-2021) uit Winchcombe gelegen in het Engelse graafschap Gloucestershire. Simms begon, werkzaam als politieman in North Riding (Yorkshire), in 1953 met verzamelen. Bij het wegbrengen van een gevangene naar het hoofdbureau in Leicester City ruilde hij met een collega een helmembleem. Dit was het startsein voor het jarenlang verzamelen van helm- en petemblemen en andere items, van eerst de Britse politie, en al snel ook buitenlandse politiehoofddeksels en bijbehorende uniformen.

Ross Sims (1931-2021) met zijn vrouw in 1993 voor de entree van het Nederlands Politie Museum in Apeldoorn. Foto collectie Korpora.
Via tentoonstellingen op diverse evenementen kreeg hij steeds nieuwe items voor zijn collectie aangeboden. Hij exposeerde veelvuldig in zijn woonplaats, maar al gauw ook verder van huis. Dit zorgde voor nieuwe contacten en collectiestukken. Zijn overplaatsing naar het drukke Londen bij de Metropolitan Police in het New Scotland Yard-pand leverde hem tevens een officieel postadres bij deze politiedienst op wat een nieuwe boost aan zijn steeds groter wordende collectie gaf. Zijn kantoor was inmiddels veranderd in een kleinschalig museum tot afgrijzen van zijn leidinggevende. De overplaatsing naar Bow Street Police Station, het oudste politiebureau van Londen, leverde hem uiteindelijk de hele bovenste verdieping op waar hij zijn collectie kon uitstallen. Met goedkeuring van de commissaris van politie werd een comité opgericht en ontving hij een schenking van 10.000 Britse pond waarmee het Bow Street Police Museum kon worden gerealiseerd.

Het Bow Street Police station in Londen waar Simms in de jaren '60 op de bovenste verdieping zijn politiecollectie had tentoongesteld.
Zijn eerste internationale expositie vond plaats bij een IPA-bijeenkomst in Utrecht. In 1967 was de IPA World Conference in Amsterdam! Een artikel in het IPA-magazine ‘Police World’ zorgde ervoor dat hij en zijn collectie bekend werd bij een groter publiek waardoor hij wel tien tot twaalf tentoonstellingen per jaar kon houden. Daarnaast werd hij ook gevraagd om uniformen te leveren voor de films ‘Oliver’ en ‘Tom Jones’ en werd door de Britse televisie veelvuldig aandacht aan zijn verzameling besteed. Het aantal informatieverzoeken was inmiddels opgelopen tot wel veertig per week. In november 1972 raakte hij, inmiddels inspecteur van dienst bij de rechtbank verkeerszaken, arbeidsongeschikt door een gewelddadig treffen met een gevangene en moest hij noodgedwongen de politiedienst verlaten. Een aantal jaren later vond zijn collectie in 1983 een nieuw onderkomen in het daarvoor opgerichte Winchcombe Police Museum waar hij tot zijn 85e jaar tot eind oktober 2016 conservator bleef.

Tentoonstelling van de in 1993 verworven collectie Simms in het Nederlands Politie Museum te Apeldoorn. Foto: collectie Korpora.
De nog steeds groeiende collectie en het slechter worden van zijn gezondheid dwong hem, mede door zijn familie, om met pijn in het hart de in 40 jaar opgebouwde politiecollectie van de hand te doen. De verzameling bestond op dat moment uit 1093 uniformen, 3500 hoofddeksels, meer dan 300 vuurwapens en wapenstokken, 5 voertuigen en andere politie gerelateerde objecten. Brieven aan onder andere English Heritage en een verzoek aan prime-minister John Major voor subsidie om de collectie In Engeland te kunnen houden ‘proved fruitless’. Met behulp van IPA vond Simms uiteindelijk in 1993 een onderkomen voor een klein gedeelte van zijn collectie in het Nederlandse Politie Museum te Apeldoorn. Het overgrote deel van zijn collectie kreeg een onderkomen in de Nottingham Law Courts (nu National Justice Museum in Nottingham) en een klein deel werd bij de Politieacademie in Japan ondergebracht. Over het verplaatsen van zijn collectie naar Japan en Apeldoorn zei hij in een kranteninterview in 1993 het volgende: ‘It is such a great loss to this country, I’m gutted to see my life’s work go overseas’.

Het Winchcombe Police Museum waar Simms van 1983 tot 2016 zijn politiecollectie had ondergebracht.
In 2021 ontving de Stichting Nationaal Veiligheidsinstituut een grote collectie internationale politiepetten (circa 1800 stuks), 100 uniformen, een verrijdbaar verkeersregelbord, diverse sabels en andere politieparafernalia uit handen van IPA- Noord Nederland. Deze collectie was vele malen groter dan die van Ross Simms en was door Hilbrand Buurma (1946-2018) bij elkaar verzameld. Buurma kwam in 1965 als agent bij de Gemeentepolitie Groningen en klom op tot chef binnenstad. Hij is jarenlang voorzitter geweest van het IPA District Groningen. Van 1981 tot en met 2021 was Buurma aan het ‘Internationaal Politiepettenmuseum’ verbonden geweest.

Hilbrand Buurma (1946-2018) met enkele buitenlandse politiepetten uit zijn collectie. Foto: Rieks Spijk EW Magazine.
Buurma startte zijn collectie net als Simms met het ruilen van een hoofddeksel. In 1974 ontving hij namelijk van een Duitse collega een politiepet voor zijn eigen exemplaar. In de zeven jaren die volgde groeide de collectie steeds verder uit. Vanwege de grote omvang moest er uiteindelijk gezocht worden naar een locatie, daar er niet genoeg ruimte was om die thuis te herbergen. Dit mede tot grote opluchting van zijn vrouw. In 1981 werd de collectie ondergebracht in een voormalig gebouw van de Koninklijke Marechaussee aan de Hereweg en was hoofdzakelijk toegankelijk voor IPA leden. Mede door Buurma zijn IPA-lidmaatschap en de goede contacten die hij daarbij maakte en onderhield werd de collectie steeds groter. De val van de muur in 1989 zorgde ervoor dat de collectie werd aangevuld met een grote stroom politiehoofddeksels uit het Oostblok en andere (moeilijke) landen. Een rechtstreekse brief van Buurma in 1988 aan Michail Gorbatsjov (toenmalige president van de Sovjet Unie) resulteerde in een schenking van een fraaie politiepet die door de hoogste KGB-officier in Nederland aan het museum werd uitgereikt.

Een impressie van het Internationale Politiepettenmuseum in Slochteren.
De aangekondigde sloopplannen van het museumgebouw begin jaren negentig veroorzaakte de nodige onrust bij Buurma en zijn museumvrijwilligers. Gelukkig werd er mede door inzet van hoofdcommissaris J.J. Veenstra al snel een andere locatie gevonden. Op 20 maart 1993 werd het voormalige gebouw van de Rijkspolitie Slochteren in gebruik genomen door het ‘Internationale Politiepettenmuseum’. Het museum was vanaf dat jaar niet meer exclusief opengesteld voor IPA-leden, maar ook voor iedere geïnteresseerde die op afspraak het museum wilde bezoeken. Het besef van het belang van het bestaan van het Internationale Politiepettenmuseum voor de IPA werd onderkend door de beide hoofdcommissarissen B. Welten en O. Drost en de burgemeester van Slochteren C.L.H.B. Verstegen, die er samen voor zorgden dat het museum open bleef voor het publiek. Volgens de vele sympathisanten hoorde het museum nu eenmaal bij Groningen en bood het een ontmoetingsplaats voor zowel politie als IPA leden van over de hele wereld. Het vormde daarnaast, zo was de gedachte, een bron van wereldwijde internationale contacten.

Het museumgebouw te Slochteren waar vanaf 1993 het Internationale Politiepettenmuseum in was gevestigd.
Op 6 december 2000 werd de duizendste politiepet aan de collectie toegevoegd. Het betrof een exemplaar uit Micronesië dat door de Groningse korpschef B.J.A.M. Welten aan het museum werd geschonken. De aandacht voor deze schenking haalde zelfs het nieuws en werd op de landelijke televisie uitgezonden. Daarnaast schonk de first lady van Georgië, mevrouw S.E. Saakasjvili-Roelofs, enkele petten aan het museum.
Om gezondheidsredenen stopte Buurma in 2004 met zijn werkzaamheden bij de Groningse politie. Daarna bleef hij nog een tiental jaren aan het museum verbonden, waarna het museum uiteindelijk werd overgedragen aan IPA District Groningen. Drie jaar na het overlijden van Hilbrand Buurma droeg in 2021 IPA Groningen de politiepettencollectie over aan de Stichting Nationaal Veiligheidsinstituut.

Van links naar rechts: Een vroeg naoorlogse turban van de Indiase politie, een tropenhelm van de Palestine Police Force (1920-1948) en een Fez van de Turkse politie 1916 gedateerd. Alle drie afkomstig uit de voormalige collectie van het Internationale Politiepettenmuseum te Slochteren. Foto: collectie Korpora.
De beide collecties, die hoofdzakelijk uit Internationale politiepetten bestaan, vormen een aantrekkelijke aanvulling op de collectie van Korpora. Dit onder andere vanwege de connectie met de IPA, waarvan ook een Nederlandse afdeling bestaat (IPA Nederland). Daarnaast speelt ook, met betrekking tot eventuele in de nabije toekomst te houden digitale presentaties of externe tentoonstellingen, het fotogenieke en aansprekende karakter van beide politiepettencollecties mee. Naast herkenning en de diverse overeenkomstige modellen politiepetten, die bij verschillende landen in gebruik zijn geweest, is het ook interessant om te zien welke verschillende buitenlandse politiehoofddeksels er allemaal zijn geweest.

Van links naar rechts: Een platte pet van de Rwanda Police, Een platte pet van de Mongolian Police en een platte pet van de Afghaanse politie. Alle drie afkomstig uit de voormalige collectie van het Internationale Politiepettenmuseum te Slochteren. Foto: collectie Korpora.