Arnold Kamphuis, opziener bij de politie in Nederlands-Indië
Van bakkersleerling tot inspecteur van politie 1e klasse in het voormalige Nederlands-Indië, de persoonsdocumentatie van A….
In 1933 kwam het voormalig Amsterdamse politiemuseum in bezit van een wel heel curieus object, te weten een karbouwenkaak. Deze was bovendien als moordwapen gebruikt en daartoe opgevuld met lood. Het moordwapen werd geschonken door H.M. Bergman, politieopziener 1e klasse bij de afdeling centrale recherche van de algemene politie te Batavia. Bergmans rang van politieopziener was vergelijkbaar met die van een politie-inspecteur in Nederland.
Het Amsterdamse Politiemuseum was in 1928 opgericht en herbergde een belangrijke collectie die tegenwoordig deel uitmaakt van die van Korpora. Erfgoed Publieke Veiligheid. Dit gold ook voor de bewuste karbouwenkaak, die als bewijsstuk bewaard was gebleven bij de politie te Batavia.
Bergman was in juni 1920 bij de politie in het voormalige Nederlands-Indië in dienst getreden en in 1933 tijdelijk met verlof in Nederland. Tijdens laatstgenoemd verblijf in Nederland schonk hij de kaak aan het museum.
De bewuste moord werd in 1920 gepleegd op Tjong Hien, een Chinese waronghandelaar die zijn toko had aan het kanaal Pantjoran te Meester Cornelis (stadswijk van Batavia). De Pantjoran vormde de grens van de Chinese wijk in Batavia. Hien was onderweg naar zijn warong toen de moordaanslag plaatsvond. De dader sloeg hem hard in zijn hals met de letterlijk loodzware kaak en overleed ter plaatse. De politie trof zijn levenloze lichaam aan op straat.
De arrestatie van de Javaanse dader Simin vond op basis van verschillende getuigenissen pas in 1925 plaats. Simin vertelde in zijn verhoor aan de politie dat Hien in het bezit was van een revolver die hij van hem wilde afpakken. Toen na de aanslag bleek dat het slachtoffer helemaal niet over een wapen beschikte stelde hij zich tevreden met zijn gouden horloge. Overigens ontkende Simin in alle toonaarden schuldig te zijn aan de roofmoord.
Het was niet de eerste keer dat in Indië een kaak van een karbouw als moordwapen werd gebruikt. Zo werd in 1914 op de theeplantage Artana te Soekaboemi een werknemer door een Javaanse arbeider met een dergelijk wapen bedreigd. Deze kaak werd op het hoofdbureau van politie in Batavia bewaard tezamen met een paar witte schoenen voorzien van een holle zool voor het smokkelen van opium, een collectie Chinese dobbelspelen en een opiumpijp, die ook als wapen kon dienen. Het voornemen was om met deze bescheiden collectie een politiemuseum te gaan opbouwen. In 1927 werd wederom een moord met een dergelijke kaak gepleegd op een Javaanse vrouw in Batoedjadjar. Een vierde slachtoffer viel in 1935 te Batavia bij een uit de hand gelopen ruzie. De karbouwenkaak waarmee Hien werd vermoord was zover bekend de enige die met lood was opgevuld.
Bergman kwam in juni 1920 bij de recherche te Batavia en heeft zo waarschijnlijk de zaak rondom de roofmoord in handen gekregen en opgelost. Op 30 juni 1937 werd hij in de rang van inspecteur van politie 1e klasse ‘eervol en met recht op pensioen ontslagen uit ’s lands dienst’. Zijn laatste standplaats was te Belawan aan de Oostkust van Sumatra.
Via het Politiemuseum Zaandam (gesloten in 2015) kwam Korpora. Erfgoed Publieke Veiligheid tot slot ook nog in het bezit van twee fotoalbums van zijn dienstperiode in voormalig Nederlands-Indië.
Reageer
Heb je meer informatie of een opmerking over dit onderwerp? Reageer dan op deze blog! Je reactie verschijnt direct onder de blog en is voor iedereen zichtbaar. Korpora heeft het recht reacties te verwijderen, in te korten of anderszins aan te passen. Voorts zijn de algemene voorwaarden van toepassing.