Arnold Kamphuis, opziener bij de politie in Nederlands-Indië
Van bakkersleerling tot inspecteur van politie 1e klasse in het voormalige Nederlands-Indië, de persoonsdocumentatie van A….
Een geheime camera, verborgen in een stropdas, was rond het jaar 1900 in gebruik bij de Centrale Recherche van de Amsterdamse politie.
De camera is van het model ‘Photo-Cravate’ en vervaardigd door Edmond Bloch in Parijs, met het serienummer 1134. De stropdas is onderdeel van het geheel en de halsband daarvan is voorzien van het opschrift PHOTO-CRAVATE-BLOCH, in goudkleurige letters.
Edmond Bloch presenteerde de camera in december 1890 op een fotografietentoonstelling in Parijs; het Britse patent voor de camera werd eveneens in 1890 afgegeven. De camera kostte bij zijn introductie 35 Franse Francs. Er zijn zeker 1245 exemplaren van dit type vervaardigd. Het objectief is gecamoufleerd als een dasspeld in de vorm van een hoefijzer, bevestigd op de stropdas. Ook de transportknop, voor het doordraaien naar de volgende foto, steekt uit de stropdas. De camera is voorzien van zes foto-glasplaatjes met de afmeting van 23 bij 23 millimeter, die met een kettingmechanisme worden getransporteerd.
De vier foto’s, opgeplakt op karton, zijn met de Photo-Cravate genomen in Amsterdam. Het is niet bekend wie de gefotografeerde personen zijn; evenmin weten we of de personen wisten dat zij op de gevoelige plaat werden vastgelegd.
De invoering van de fotografie bij de Amsterdamse politie is nauw verbonden met de apothekerszoon Christiaan Batelt (1846-1919). Batelt trad in 1872 in dienst bij de politie als aspirant-inspecteur en ging in 1878 werken bij de afdeling ‘geheime policie’ bij het hoofdbureau van politie in de Spinhuissteeg. Deze afdeling, die later werd omgedoopt in Centrale Recherche, hield anarchisten en vreemdelingen in de gaten en onderzocht misdrijven die te complex waren voor de agentenrechercheurs in de secties (wijkteams).
Ter voorbereiding op de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam ging Batelt met een delegatie van de Amsterdamse recherche op werkbezoek bij de Parijse politie. Daar kregen zij uitleg over de politiemaatregelen tijdens de Wereldtentoonstelling van 1878 in Parijs. Franse rechercheurs waren toen uitgerust met portretfoto’s van beroepsdieven en zakkenrollers om deze in de mensenmassa van het evenement te kunnen opsporen. De Parijse politie beschikte al sinds 1874 over een fotografisch atelier. Batelt was zeer onder de indruk van het gebruik van de fotografie als hulpmiddel voor de politie. Terug in Amsterdam wist hij nog in 1883 de aanstelling van een fotograaf bij de Amsterdamse politie te bewerkstelligen.
In de collectie van Korpora bevinden zich vier nagenoeg identieke zakboekjes met portretfoto’s in klein formaat van gesignaleerde internationale misdadigers. Deze boekjes werden, naar Frans voorbeeld, als opsporingshulp uitgereikt aan rechercheurs van het bureau tot bestrijding van internationale misdadigers, dat bij de Amsterdamse politie was ondergebracht.
Batelt wist het te brengen tot hoofd van de Centrale Recherche in Amsterdam. In 1896 werd vervolgens, na een verbouwing van het hoofdbureau van politie in de Spinhuissteeg, op de zolder een fotografisch atelier ingericht. Ook werd in 1896 in Nederland het vervaardigen van signalementskaarten van veroordeelden ingevoerd. De signalementen volgens het systeem van Alphonse Bertillon van de Parijse politie, omvatten naast antropometrische gegevens (lichaamsmaten) en beschrijvingen ook twee fotoportretten van de veroordeelde, en face en en profil.
Reageer
Heb je meer informatie of een opmerking over dit onderwerp? Reageer dan op deze blog! Je reactie verschijnt direct onder de blog en is voor iedereen zichtbaar. Korpora heeft het recht reacties te verwijderen, in te korten of anderszins aan te passen. Voorts zijn de algemene voorwaarden van toepassing.