
Een kartonnen legitimatiebewijs voor kinderen aan een touwtje
Een initiatief van het Nederlandse Rode Kruis tijdens de Tweede Wereldoorlog
Raderbrancard naar het ontwerp van C. de Mooy. Cornelis de Mooy (1834-1926) was een Nederlandse legerarts en gevierd uitvinder van medische instrumenten en uitrusting. Terwijl de Mooy als officier van gezondheid in Maastricht gelegerd was, bezocht hij in 1867 de Wereldtentoonstelling in Parijs en bestudeerde de daar tentoongestelde Franse brancards, wielbrancards en tentes d’abri van maarschalk Bugeaud. Daarna ontwierp hij de raderbrancard, bestaande uit een raderstel met grote spaakwielen, stalen gebogen beugelas en ijzeren, verende langsliggers, waaronder een brancard (hangmat) opgehangen kon worden. Dit lichte transportmiddel, waarmee een gewonde of zieke, in evenwicht en zonder schokken, door één persoon langdurig voortgeduwd kon worden, noemde De Mooy een “lechophore” (bed-drager in het Grieks). Hij bedacht ook de op halfronde bogen gespannen “tent-abri” op de raderbrancard. Deze huif of kap van linnen beschermde de gewonde tegen regen, wind en zon. De Mooy’s uitvindingen waren niet wettelijk beschermd. Raderbrancards werden dan ook in grote aantallen in binnen- en buitenland vervaardigd, zowel door grote firma’s zoals de M. Oostwoud Rijtuigfabriek in Franeker, als lokale smederijen, en in allerlei varianten. Deze raderbrancard van het Nederlandse Rode Kruis is niet van een fabrieksmerkplaatje of jaartal voorzien. Alle metalen delen zijn zwart geverfd en het houtwerk donkergroen. De houten spaakwielen zijn voorzien van ijzeren wielbanden. De raderbaar heeft enkele opvallende kenmerken: de linnen huif is op de brancard zelf bevestigd, en niet op het raderstel (frame). De zware beugelas van het raderstel is niet als halfronde boog bovenover het raderstel heen aangebracht, maar bevindt zich onder de ingehangen brancard. Hierdoor is het niet mogelijk het raderstel boven een op de grond liggende brancard met gewonde te plaatsen en deze vracht vervolgens aan te haken aan het raderstel middels de kettingen van de verende ijzeren langsliggers van het raderstel. Deze raderbrancard is derhalve niet door één persoon te bedienen. Verder valt op dat de ijzeren langsliggers van het raderstel (frame), uitgezonderd de verbinding door de beugelas, alleen bij de houten handvatten een dwarsverbindingsstuk van ijzer en hout hebben. De houten brancard heeft vier handvatten en vier U-vormige ijzeren poten. In dit brancardframe is los een ziekenraam, naar het ontwerp van Cornelis de Mooy geplaatst. De lichtbruine linnen huif is voorzien van een opgeplakt rond stofembleem met het rode kruis.
Nederland
ca. 1900
RK1088